Snel

Afgelopen week kwam het ter sprake dat wij hier zoveel sneller zijn gaan spreken. 

De telefoon gaat: iemand probeert me in sneltreinvaart wat aan te smeren. Zo snel dat ik me afvraag wat hij me eigenlijk wil verkopen. Ik attendeer hem dat hij niet te volgen is zo. 

Later lees ik een verslag van een bezoeker aan een zen-tuin. Hij schrijft dat het gaat om de ruimte tussen de stenen en bovendien om te genieten van de schoonheid.

Zou het met spreken hetzelfde zijn als met die ruimte tussen de stenen? Of met het lopen? Langzaam lopen is een stuk lastiger dan snel lopen. De adempauze met spreken, de plek van een punt of komma en de … zoals in de boeken van Couperus.

Een krachtige toespraak heeft veel momenten van pauze, stilte en rust.

Nu ben ik eigenlijk benieuwd of de snelle stem van de telefoon wel langzaam kan lopen…maar dat zal ik nooit te weten komen.

Beweging buiten het wifi-bereik

We zijn in een ‘niet in kaart gebracht’ gebied in Nederland. Onverharde wegen, bosranden, weilanden, veengebieden en pikzwarte nachten. 

Ook hier is beweging. De wolken in de lucht. Op het land een kudde koeien, die zich al grazend langzaam verplaatst naar de andere kant van het begrensde land. De bomen deinen door de wind en maken een ruisend geluid. Uit het keukenraam kijk ik naar buiten en zie een ree met twee kalfjes achter zich aan voorbij flitsen. 

Zingende en fluitende vogels met geluid dat ik niet kan thuisbrengen. Konijnen en hazen op het gras naast het huis, een mol zit er onder de grond en laat ‘s morgens een nieuw zwart bultje zien waar hij geweest is. En binnen steeds maar weer die vliegen… Het beweegt hier, rustiger en trager dan in de stad.

Kijken in de tuin

De tuin zuigt alle regen op. Het is nu erg mooi groen. Door het gewicht van het water worden de rozen, zeker die in trossen groeien, erg zwaar. Ze gaan hangen en hebben een steuntje nodig. Gelukkig hebben wij mensen er geen last van dat ons hoofd letterlijk te zwaar wordt door de regen, al laten sommigen onder ons wel eens het hoofd hangen. Ik denk daarbij dan eerder aan het beeld van een geknakte tulp dan aan een roos overbelast door de regen.

Ik zie meer. Iets zwarts op de steentjes…

Bij onderzoek blijkt dat het een uitwerpsel van een egel is. De komende avonden zal ik in de tuin kijken en luisteren of ik iets van geritsel hoor. Egels zijn toch wel aardiger bezoekers dan slakken…

Kijken naar Mondriaan

Op de Mondriaan tentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den Haag zijn zoveel schilderijen van Mondriaan te zien dat ik besluit om twee grote schilderijen van dezelfde boom goed en langdurig te bekijken. Mijn geheugen heeft minder kleurrijke bomen van hem opgeborgen. Bovendien die bomen neigen naar links, terwijl deze bomen van nu naar rechts uitwaaieren.

De schilder had kennelijk wat met deze boom en heeft hem goed bekeken. Dat hij dezelfde boom andere kleuren gaf en daarmee een andere sfeer opriep, zet mij voor de vraag of de schilder zelf in een andere stemming was of dat het licht waarin hij die boom zag een ander licht was. 

Kleurrijk zijn beide schilderijen, terwijl de vorm van de boom hetzelfde blijft. Ik zal terug moeten, want nu thuis vraag ik me af of de boom echt kaal is omdat alleen het geraamte in mijn geheugen is blijven hangen. Geen blad? Goed kijken en het exacte beeld van binnen bewaren is een kunst!

Verder kijken…

Kijken naar het stilstaande beeld is anders dan kijken naar iets wat in beweging is. De beeldhouwster Camille Claudel zei dat een wiel in rust er anders uitziet dan wanneer het wiel in beweging is, de beweging vervormt. Dat geldt niet alleen voor een wiel, ook bij mensen gaat dat op. Zij zegt terecht dat het een grote observatiefout is om een bewegend lichaam te beschouwen alsof het in ruststand is. ( zie aanhangsel in het boek ‘Camille Claudel, een vrouw’ van Anne Delbée)

Een mens heeft twee benen, een paard heeft er vier! Stap, draf, galop kennen we als basisgangen van het paard. Kunnen zien of het de linker of rechter galop is en zit de ruiter op het goede been in draf? Dit zijn vaktermen die ik hier niet ga uitleggen, maar het zegt meer dat het benoemen van wat je ziet om een speciale vaardigheid vraagt.

Kijk eens naar beroemde pianisten, ze spelen allemaal de sterren van de hemel en toch ogen ze verschillend. Het lopen van voorbijgangers… We zien hoe uiteenlopend dat kan zijn, maar vindt de juiste woorden om het te benoemen! 

In een roman kom ik absoluut andere beschrijvingen tegen dan in de vakliteratuur van bewegen. Ik moet bekennen dat mijn persoonlijke voorkeur toch neigt naar de literaire richting. In mijn boekenkast weet ik precies de boeken te vinden, waarin specifieke passages met beschrijvingen over bewegen staan. Soms met potlood voorin geschreven zodat ik meteen de juiste bladzijde kan vinden…