Gewoonte

We hebben allemaal gewoonten. Bijvoorbeeld de manier waarop we ons bewegen. Ik trek altijd eerst mijn rechter sok aan, dan de linker, vervolgens eerst mijn linker schoen en dan de rechter.

Gewoonten maken het een en ander makkelijk. Je hoeft niet meer na te denken bij wat je doet. Soms is het goed gewoonten te doorbreken.

Op een druilerige zondag om 10.10 uur naar de film: Once upon a time…in Hollywood van Quentin Tarantino. Het is niet donker buiten na afloop, maar het is het begin van de middag. Beetje raar dat wel, maar volop tijd voor klusjes die eerder bleven liggen.

Hermes

In Rome zag ik de indrukwekkende plafonds van de Villa Farnesina. Afbeeldingen uit de Griekse mythologie. Mijn oog valt op Hermes.

Over Hermes heb ik al eens verteld dat hij, behalve de god van de zakkenrollers en handelslieden, ook de god van fysiotherapeuten is. Dat laatste vanwege de beweeglijkheid die nodig is voor de fysieke uitoefening van het beroep, maar ook om je mentaal te kunnen inleven in de beweeglijkheid van de ander.

Hermes eerst op het plafond en dan loop ik later langs een bloemenwinkel. Ik zie het symbool van de fleurop levensgroot op de etalage geplakt: Hermes! Dat ik hem hier in Nederland nooit zo duidelijk gezien heb, maar wel in Rome…

Kijken en weerzien

Er zijn plekken die een ongelofelijke aantrekkingskracht hebben. Op de een of andere manier wil ik er altijd weer naar toe zowel om iets nieuws te ontdekken als om het bekende weer te zien. Ik voel me dan een beetje als een klein kind die het huis inspecteert of alles er nog is. Dat heb ik met Rome.

Marcus Aurelius in Rome heeft een nieuwe plek gekregen in het Capitolijns Museum. Het imposante beeld staat nu in een grote ruimte en stormt vanuit een hoek de ruimte binnen, zoals een boegbeeld van een schip. Je kunt er niet meer omheen lopen.

Zouden ze gedacht hebben dat je beter voor een paard langs kan lopen dan achterom, vanwege de kans om een trap te krijgen mocht het paard van je schrikken?

Signalen?

In december steekt het crocusje zijn neus tussen de steentjes van het pad en bloeit ongeveer zes tot acht weken later. De boom voor het huis heeft een halfjaar blad en is het andere halfjaar kaal. De boom ernaast is later, bovendien nooit eerder dan in mei en hij blijft altijd zuinig in het blad.

In mei zijn er pioenen. Op 21 juli (de verjaardag van mijn oma) bloeit de donkerblauwe clematis met grote bloemen. De rozen bloeien vooral in juni en gaan soms nog wat door tot in december. Dahlia’s horen bij bloemencorso’s op het eind van de zomer.

Ook in het klimaat zit beweging. Zijn straks deze merktekens van het jaar verschoven? Afwachten en over tien jaar vergelijken.

De kunst van het weglaten

Bij het leren van een nieuwe vaardigheid doen we altijd te veel. We geven teveel druk, we zetten te veel kracht, kortom we willen meteen te veel. Ook bij het schrijven van deze stukjes of bij icoontjes gaat het om de kunst van het weglaten.


In België valt mijn oog op het bord fietspad: een fiets met trappers, pedalen en een kettingkast. Het is een herenfiets zonder spaken. De fiets zweeft niet, hij staat op een dun lijntje. De fiets gaat van rechts naar links.

Terug in Groningen zie ik een bord verboden te fietsen. Een figuurtje met een los hoofd, zonder voeten, geen trappers en fietst in het niets naar rechts. De NS heeft een fiets zonder trappers, zonder kettingkast en bovendien mens-loos. De rijrichting is van links naar rechts.


De KLM heeft een plastic bekertje met een tulp én een fiets. Goed kijken, die fiets heeft een kettingkast én trappers, de rijrichting is naar links.
Zou er echt een verband bestaan tussen de rijrichting en trappers met pedalen?