Vleugels…

Mijn oog valt op de voorkant van een tijdschrift: een foto van een grote vogel met de vleugels naar beneden. Ach, wat treurig…denk ik. Mijn volgende gedachte: Zou dit het laagste punt van de naar beneden gaande vleugels zijn, het omslagpunt? Vanuit hier weer omhoog?


Hoe ruim is zo’n wiekslag? Met hoeveel kracht gaat dat gepaard? Hoe wijd gaan die vleugels uit om mee te gaan in de termiek? Hoe groot is die vogel?


Ook hele andere gedachten: waarom roepen die vleugels naar beneden gericht een gevoel van treurigheid op en het omhooggerichte juist vrolijkheid? Een treurwilg is ook niet echt treurig, dat neerhangende oogt ook als stromend water. Het is de eerste boom hier bij de vijver die het groene waasje heeft…

Grond onder de voeten!

We doen de wandeling door het Korenburgerveen bij Winterswijk. Kaplaarzen aan, het is een drassig gebied. Het is er stil, we horen vogels en om het half uur de trein. We zijn vroeg in de ochtend, we zijn de enige wandelaars. 


Die kaplaarzen zijn geen overbodige luxe, het is zompig. Het loopt zwaar. Niet te lang stilstaan, dan zak je weg en trek je met een slurpend geluid je laarzen uit de modder.

Toch loop ik liever met échte grond onder mijn voeten. Stevigheid om je op af te zetten, hier is het prut. Tot er op het laatst een lange loopplank ons boven het veen naar de ingang van het beschermde terrein brengt. Blaren op mijn voeten, nee ik ben geen loper, maar ik zit wel tevreden aan de koffie na die 12 kilometer door dit terrein…

Arnhemse Meisjes

In mooi cellofaan verpakt zitten ze: Arnhemse Meisjes. Ze zaten in de tas met verrassingen van mijn bezoek. Ze zijn knapperig en zoet, met veel suiker en een vleugje kaneel.

Vanwege de naam gekoppeld aan een stad, denk ik aan Bossche Bollen. Dat klinkt als flinke dikkerds uit Den Bosch. Het zijn soezen met room dik bedekt met pure chocola. Er zijn Zeeuwse babbelaars

Hoe komen koekjes en taartjes aan hun naam? Kunnen die namen nog wel in deze tijd? Jan Hagel blijkt ook verdacht te zijn. Fryske Dúmkes zijn erg lekker of is het nu een uiting van kannibalisme om er eentje te proeven?

Opa

Al de nodige jaren probeer ik uit te zoeken wat mijn ene opa, architect J.W. Janzen (1891-1957), gedaan heeft tijdens zijn leven. Het is een bijzondere speurtocht, waarbij dankzij het internet er steeds meer boven water komt.


De afgelopen week ben ik intensief met hem bezig geweest.


Komt het daardoor dat ik me ineens herinnerde hoe de stof van zijn jasje eruit zag en hoe dat voelde? Een fijn geweven wollen stof, tweed wellicht, in kleuren grijs met een rood draadje erin verwerkt…

Griep