Terug en vooruit in de tijd…

Als kind gingen we in de kerstvakantie altijd iets doen, naar de film, naar het wintercircus of het theater. Die gewoonte heb ik altijd in ere gehouden, tot corona roet in het eten ging gooien.


Ik compenseer het met een dik boek over Willem de Zwijger. Voor het overzicht van die tijd pak ik de Bosatlas van de Geschiedenis van Nederland erbij. Vanmorgen op weg naar de markt, kijk ik naar boven naar oude gevels. Sommige ervan hebben de Tachtigjarige Oorlog nog meegemaakt.


Naar boven kijken betekent dan teruggaan in de tijd. Bij de blik terug in de tijd denk je eerder aan achterom kijken dan naar boven. Ooit vertelde iemand me dat de oude Grieken stelden dat de toekomst aan hun rugzijde ligt, daar heb je nog geen zicht op, want ogen zitten aan de voorkant. Toch loop ik niet achteruit de toekomst in…

Zaterdag en zondag tegelijk…

De eerste dag van het nieuwe jaar valt op zaterdag. De gebruikelijke zaterdagmorgen radioprogramma’s zijn er. Tegelijk is het zondag: stil op straat, winkels dicht, een enkeling loopt een ommetje.


Op de eerste dag van het jaar komt de beweging traag op gang.

Ik loop door de tuin en zie het eerste sneeuwklokje in knop. Daar is de actie al begonnen, nu wij nog…

Vastgelopen…

We gaan samen de traditionele Duitse Kerstkoekjes bakken: Vanille Kipferl. Alle ingrediënten klaargezet en afgewogen, de hazelnoten gemalen, dan de boter en poedersuiker in de keukenmachine. Vervolgens de hazelnoten en bloem erbij, de machine draait. 

Tot slot kneden we zelf het deeg nog handmatig door om er rolletjes van te maken en daarvan weer halvemaantjes die op het bakblik gelegd worden voor een klein kwartiertje in de oven.

En toen… de beslagkom zat muurvast in het apparaat! Leve het internet en een Amerikaanse mevrouw die hetzelfde overkomen was en wat oplossingen demonstreerde. We kregen de kom los en de koekjes waren heerlijk!

Gang

In Groningen wordt een gracht Diep genoemd en een steeg is een Gang. Gang is verbonden met het werkwoord ’gaan’: de beweging van het ene punt naar het andere. Na verloop van tijd krijgt Gang in Groningen een andere betekenis: een smal straatje dat het mogelijk maakt om van A naar B te gaan.

Veel namen van Gangen zijn vernoemd naar bedrijvigheid die er was: Uurwerkersgang, Postrijdersgang, Brouwersgang, Moeskersgang, Pluimersgang. Er zijn ook gangen met namen van personen of dieren, zoals de Hopmansgang en de Musschengang. 


Het enige dat in Groningen ontbreekt, is een steeg die uitkomt op een gracht. Die had dan Diepgang geheten. Daarentegen is er wel een Lopende Diep.

Brei-arm

In de fysiotherapiepraktijk was een brei-arm een bekend fenomeen. Een kwaal die ook bekend staat als tennis-, viool-, snoei- of pianoarm. Allemaal benamingen die aangeven dat het met een bepaalde bezigheid te maken heeft. Het breien werd minder populair en de breiarm kwam niet meer voor.


Wanneer je vingerbewegingen isoleert van het grote bewegen, dan geeft dat problemen. De neiging bestaat dat bij het breien de vinger- en polsbewegingen tegengehouden worden door een stijf tegen het lijf gedrukte bovenarm.


De breinaald hoeft niet klem gezet te worden door je ellebogen tegen je romp te drukken. Kijk eens naar een vaardige breister dan zie je dat alle gewrichten van de hele arm en schouder meebewegen als een geoliede machine. Ze ademt rustig door. Het oogt alsof er niets gebeurt en toch komt de trui af!